De vergroening van ons energiesysteem. Nodig, absoluut. Maar wat is nu wijsheid? 1/x – over niet-rationele projecten

In 1992 ben ik gaan studeren aan de Technische Universiteit Delft (TUD). Met een vader als verkeerskundige (Civiele Techniek, een studie die ik dus niet ging doen 😃 ), viel mijn oog op werktuigbouw of scheikundige technologie. Wiskunde (leek me te saai), Industrieel ontwerpen of bouwkunde (daar moest je creatief voor zijn), en natuurkunde (te theoretisch dacht ik) waren als studiekeuzes al afgevallen. Nu exact 25 jaar later kan ik vertellen dat Scheikundige Technologie nog steeds een super keuze geweest is. Deze studie stond aan de basis van Levensmiddelenproceskunde en aan Biotechnologie-opleidingen, en bevat een breed pallet aan wiskunde, natuurkunde, microbiologie, werktuigbouw, procesautomatisering en de basis financieel.

In die tijd stond deze studie bekend als een van de meest lastigste studies die je kon doen. Vanaf dag 1 ben ik omringt geweest met ongelofelijk slimme en leergierige mensen. Mijn collega studenten zitten nu hoog in de top bij Shell, DSM of McKinsey. Vandaag de dag vind ik het nog heerlijk om in debat te gaan met slimme koppen en te leren. In Delft heerst(e) een grote plaag-cultuur dat wel (plagen doe je bij mensen die je aardig vind weten mijn collega’s bij TOP), maar het inhoudelijke debat op basis van rationele overwegingen kon elke dag gevoerd worden. Heerlijk!

Jullie moeten weten dat mijn opleiding bekend stond als een DSM+Unilever+Shell bolwerk. Docenten en professoren onderhielden warme banden met deze bedrijven, hadden er gewerkt of voerde fundamenteel onderzoek uit naar voor deze drie grote bedrijven belangrijk onderwerpen. Wij jonge eerste jaars -niks geen millennials, wij waren de patat generatie- droomde ervan om in Amsterdam bij het Shell Research Centrum te werken, in Vlaardingen bij Unilever, of in Geleen/Delft bij Gist Brocades / DSM.

Ik kan jullie verzekeren dat ‘opwarming van de aarde’ en andere ‘grote’ thema’s (Club van Rome), waaronder recycling (aka de circulaire economie dus) vanaf dag 1 onderwerp van discussie was. In 1992 dus! Elke student leerde in zijn eerste jaar om massa- en energiebalansen op te stellen en daarbij vooral het domein (Wat tel je wel en niet mee) goed uit te leggen. Eerst kwalitatief zijn en dus een ‘plaatje’ maken, en daarna pas eraan gaan rekenen. Rekenen konden overigens als de beste! Bij vakken zoals chemie en samenleving leerde we ook wat de impact (veiligheid, verlies aan biodiversiteit, groei wereldbevolking, gat in de ozon laag, global warming) van ons collectief handelen is op onze omgeving. Vijfentwintigjaar geleden!

Vanwaar deze lang introductie? Simpel, deze ochtend -25 jaar na dato dus- lees ik een stukje in De Correspondent met de titel “ExxonMobil loog jarenlang over klimaatverandering. De gevolgen merken we nog steeds” Ik was te jong om dit inhoud te kunnen verifiëren, maar dit artikel lijkt me correct. Wetenschappers van Shell, behoorde tot de absolute wereldtop, het is onmogelijk dat juist daar niet de beste kennis aanwezig was.

Ons energiesysteem fascineert me dus net zo als ons eetsysteem mij fascineert. Ik twijfel niet aan de relatie tussen extra emissie van CH4/CO2 en onze fossiele brandstofverslaving. Voor mij is ook feitelijk vastgesteld dat CH4 en CO2 broeikasgassen zijn. Extra emissie op de schaal zoals we dat nu doen heeft een effect op onze aarde. Ik zal echter niet snel een uitspraak doen over de vraag hoe groot dit effect is (lees hoeveel oC het warmer wordt bij welke emissie). En de mogelijk effecten (en grootte daarvan) van deze verwarming (waarvan er onzekerheid in de voorspellingen zit) door onze uitstoot, daar wordt het te modelmatig en misschien speculatief. Of plantjes sneller groeien met meer CO2 vind ik in relatie tot global heating niet interessant. Of de zeespiegel stijgt met 1 of 10 cm in de komende honderd jaar vind ik vooral een academische discussie.

Mijn insteek in het leven is dat we geen risico mogen nemen met onze aarde; we hebben er maar eentje. Ook vind ik dat we de morele plicht hebben om de aarde mooier en schoner achter te laten voor toekomstige generaties. Noem het maar mijn persoonlijk geloof. Maar zo ben ik nu eenmaal opgegroeid. Juist daarom vind ik dat we wel moeten werken aan de energietransitie. Natuurlijk moeten we meer circulair gaan werken en leven (heel heel heel moeilijk), maar wij zijn zo gruwelijk rijk, dat we dit ook financieel kunnen behapstukken. Dit is gewoon een keuze die we als maatschappij kunnen en moeten maken. Ik beken dus maar weer eens, ik ben een #groenrechts figuur. Waarom ook rechts? Omdat ik denk dat we vooral via marktsystemen (inclusief interventies van onze overheid) de olietanker kunnen bij-sturen. 

Die interventies moeten wel zo rationeel mogelijk zijn. En daar ligt bij ergernis. Ik betwijfel of veel acties die ‘bedacht’ worden in Den Haag wel rationeel zijn. Mijn Delfts DNA zegt dat er niet goed gerekend wordt. Uiteindelijk zou ons  beleid vooral moeten starten met een kostenbaten analyse, en daarna pas rationeel kiezen. En hier lijkt het global-heating debat nu mis te gaan. Een Fries bedrijf krijgt 200 miljoen subsidie (sic!), een andere organisatie krijgt 4,5+12 = 16 miljard om een windmolen park van 800MW te plaatsen en onderhouden. Ook ik irriteer me dus over de besluitvorming rondom dit soort grote ‘groene’ projecten. Ik heb gewoon hevige twijfel over de rationaliteit in huidige politieke besluitvormingsprocessen. Klopt de kosten-baten kant wel? Meer over mijn twijfel in een volgend blogje.

IMG_1158

Lees ook:

3 gedachten over “De vergroening van ons energiesysteem. Nodig, absoluut. Maar wat is nu wijsheid? 1/x – over niet-rationele projecten

Geef een reactie