Site pictogram Food4Innovations (NL) – ir. Wouter de Heij

Over electrofuels voor auto’s en vliegtuigen (geen heilige graal is, maar in de combinatie zit) en de (te) grote opgave waar we voor staan.

Gisteren schreef ik over mijn pleidooi om de varkenssector in Nederland te behouden mits deze ook elektriciteit en warmte gaan produceren via vergisting. Dit heeft immers een dubbel positief effect: i) veel minder methaan emissies, en ii) duurzame elektriciteit productie waarbij er geen extra CO2 wordt geproduceerd. Ongeveer 4000-6000 MW elektriciteit kan jaarlijks gemaakt worden in de sector (dat is bijna 10x de hoeveelheid van het wanstaltige dure Gemini windmolen park; een hoeveelheid vergelijkbaar met 10 kolengestookte centrales). De visie mbt wind-op-zee van onze overheid (prima plan wat mij betreft) is om nog eens 7000 MW aan windmolens op zee neer te zetten tot 2030 om dit in perspectief te zetten. Vergeet deze varkens-energie-optie dus niet!

Op social media heb ik gisteren meerdere keren moeten uitleggen dat ‘van het gas af’ eigenlijk zou moeten zijn ‘van het aardgas af uit Groningen’. Nog specifieker, we moeten van onze verslavingen aan alle fossiele energie af (aardgas, aardolie, kolen). Maar we moeten niet van gas (methaan of waterstof) of andere chemische energiedragers af. Echt niet!

De energiedichtheid van een chemische drager is veel hoger (en duurzamer) dan die van een batterij of accu. De mogelijkheid om energie op te slaan zonder verlies ligt veel hoger met een chemische energiedrager dan bij een batterij. Neen, ik ben pro-chemie wat dat betreft. Laten we niet naïef zijn en denken dat we met alleen zonnepanelen en windenergie (en elektrificatie) we al onze behoeftes kunnen vervullen. Zie ook mijn schets hieronder.

De echter maatschappelijk opgave ligt vooral bij de hele grote getallen rondom ons energieverbruik. En dat zijn niet onze huishoudens, of onze gewone elektriciteitsbehoeftes. We moeten juist kijken naar de “grote slurpers” van fossiele energie.  Neen, de werkelijk grote getallen liggen bij:

De vraag gaat zijn – en het antwoord gaat niet waterstof zijn! – hoe kunnen we:

Voor het gemak negeer ik bij deze denkrichtingen even:

In alle gevallen ben ik van mening dat we ook een rationele afweging moeten maken over de kosten (en wie die gaat betalen). Daar kom ik volgende week nog eens op terug. Maar ook land-usage en competitie met het eet-systeem dient meegewogen te worden in het nemen van onze (politieke) beslissingen. Het is niet voor niks dat ik geen voorstander ben van biobrandstoffen.  Landbouwproducten zijn er vooral voor het voeden van mensen en van dieren (ook vanwege fosfaat tekort; #saveourchildren). Alleen echte bijproducten en afvalstromen uit het feed/food systeem mogen gebruikt worden om energie te gaan maken. Dit plaatje illustreert dit als we kijken naar kerosine:

Mijn varkens-energie voorbeeld past binnen deze filosofie: Mest omzetten in methaan (die dan groen is!), afvangen en eventueel omzetten tot elektriciteit. Een andere voorbeeld kwam ik vandaag tegen. Zo kunnen we bijvoorbeeld CO2 uit de hoogovens van Tata-steel (IJmuiden) op termijn opvangen en omzetten in synthetische kerosine. Maar er wordt ook gekeken naar electrofuels.

De toekomst ligt dus in slim combineren. Slim combineren van energiesystemen die op chemie gebaseerd zijn (methanol, methaan, groen-LNG, mierenzuur, synthese-gas, synthetisch kerosine, en misschien waterstof) EN systemen die direct elektrisch zijn (windmolens, solar, etc.). MAAR vooral op alles slimme opzettingen tussen chemie en elektra. Daar liggen de duurzaamheidskansen, de innovatiekansen en dus de kansen voor high-tech ondernemers. Want behalve grootschalig, gaan al die technologieën ook kleinschalig nodig zijn (en er komen). 

PS de echte politieke vraag is: wie gaat hier de CAPEX voorfinancieren. Het gaat immers om tientallen miljarden euro’s. En hoe voorkom je dat huishoudens/burgers en MKB hier de dupe van worden. 

 

Mobiele versie afsluiten