Site pictogram Food4Innovations (NL) – ir. Wouter de Heij

Stikstofdebat: “Geen praktische oplossingen in zicht voor het stikstof-slot-Nederland”. Politieke verloopt te traag en niet praktisch-inhoudelijk genoeg. PAS-melders moeten zekerheid krijgen. Nederland moet aan Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) doen i.p.v. modellen of juridische procedures te blijven gebruiken en zien als oplossing.

Sinds 2019 zit Nederland op slot als het gaat om de bouw en andere industriële activiteiten. De Nederlandse Raad van State haalde in 2019 een streep gehaald door de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Dat programma ontsloeg bedrijven om een passende beoordeling voor stikstof te doen. In plaats daarvan functioneerde een programma waar herstelmaatregelen voor natuurgebieden en bronbeleid om emissies van stikstof te reduceren per natuurgebied was afgesproken. We zijn nu bijna vier jaar verder en kunnen constateren dat het dossier nog steeds muurvast zit. 

Vorige jaar zomer schreef ik voor de minister een openbare brief waarin ik opriep niet te eenzijdig naar stikstofdepositie te kijken, maar juist veel breder naar alle emissies in ons druk bevolkte landje en de werkelijke kwaliteit van de natuur in het veld zoals biologen er naar kijken.

We groeien in Nederland -spijtig genoeg- naar bijna twintig miljoen mensen en behoren bij de top van de drukst bevolkte landen van de EU. Johan Remkes gaf daarom al aan “niet alles kan altijd overal”. Hij heeft gelijk, wij Nederlanders moeten aan Ruimtelijke Ontwikkeling doen waarbij we bredere afwegingen gaan maken. Dat was ook de essentie van mijn open brief aan Christianne van der Wal vorig jaar: Focus op de Ruimtelijke Ordeningen (RO) uitdaging van Nederland. Het gaat om de inhoud (“wat willen we”), en daar ging het gesprek tussen Ad Verbrugge en mijzelf bij De Nieuwe Wereld over.

Daarnaast is er in mijn ogen nog een groot probleem rond om het ‘stikstofdebat’ (het gaat over NOx en Ammoniak, niet N2 in de lucht natuurlijk): de rol van wetenschap en modellen in de politiek. Over modellen heb ik twee stukjes geschreven in december 2022, en ik kijk daar denk ik vrij fundamenteel naar: Modellen kunnen handige tools zijn, maar wel op gepaste afstand van politiek besluitvorming. In Modellen grijpen de macht geef ik aan dat Aerius niet geschikt is. Een te eenzijdige kijk op stikstof-depositie via OPS/DEPAC is overigens al meerdere keren afgeschoten door experts. Biologische systemen zijn immers complexe systemen, en politiek gaat over “wat willen we?”.

Ook op Foodlog schreef ik een stukje met de prikkelende titel “Wat is een model? Modellen zijn de duivel in het politieke systeem. De samenvatting “Modellen creëren immers alleen maar een kunstmatige werkelijkheid, die beleidsmakers – via de kunde van de modelleurs – het idee geeft dat ze de werkelijkheid kunnen controleren. Een laatste groot punt van kritiek. Als modellen eenmaal in gebruik zijn – of nog erger, een juridische status krijgen – is het nauwelijks nog mogelijk om ze uit te schakelen. Ook als er wetenschappelijke signalen zijn dat ze niet voldoen, blijven ze actief. Tientallen wetenschappers hebben hun carrière gebouwd op de ontwikkeling van modellen als OPS. Als een overheid besluit om een model tegen het licht te houden, zijn het vaak dezelfde experts die deze klus mogen klaren. Als de slager zijn eigen vlees keurt, staat de uitkomst eigenlijk al vast.” . Ook RIVM begint gelukkig voorzichtiger te worden en dat is winst.

Hoe idioot deze aanpak nu uitpakt hebben we afgelopen donderdag kunnen zien tijdens het bijna tien uur durende stikstofdebat. Pieter Omtzigt geeft terecht aan dat er per direct een oplossing moet komen voor de PAS melders. Het gaat om enkele duizenden boeren die naar eer en geweten gehandeld hebben en nu in een “Groningen achtige” situatie terecht gekomen zijn. Natuurlijk moeten deze boeren een vergunning krijgen, en dat Den Haag dat moet regelen lijkt me evident.

Overigens ben ik wel een voorstander van handel in stikstof-emissie-rechten, daarover sprak ik in 2019 al een podcast over in, maar dan wel via open en transparant proces en niet via een ‘wild westen’ manier en/of via het stukslaan van 25 miljard euro gemeenschapsgeld. Zo hoort het niet. Kijk naar de bijdrage van Pieter Omtzigt tijdens het recente stikstofdebat.

Hoe vreselijk idioot de combinatie van een technocratisch aanpak via een model uitpakt laat Omtzigt later in het debat nog eens zien. Ook met dit voorbeeld wordt weer eens aangetoond hoe vreselijk een model theorie uitpakt in de praktijk: twee achtertuintjes niet bestaand natuur, veertig miljoen uitgeven voor 180 hectare opkoop en een cirkel van 25km2 die op slot staat.

Zo is de stand van onze politiek en bestuur dus anno 2023. Gevoel voor verhoudingen is er veel te weinig en het debat/beleid is niet rationeel genoeg. Er zullen veel meer van dit soort voorbeelden zijn in Nederland; met correct natuurbeleid heeft het niks te maken. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander dit soort politiek en bestuur helemaal zat is. Het verklaart de populariteit van de BoerBurgerBeweging en van kamerlid Pieter Omtzigt.

Het helpt ook niet dat onze eigen minister ‘inhoudelijk niet zo kundig’ is, teveel zaken door elkaar haalt en vooral alleen processen en communicatie blijft benadrukken. Ze maakt ook nu weer veel beloftes voor in de toekomst en gebruikt vage braaftaal woorden zoals “we doen ons best”, “vreselijk”, “in samenwerking”, “snel maar het moet zorgvuldig” etc. Deze woorden kloppen immers altijd, maar voegen niks toe in een (stikstof)debat.

Ze zegt gewoonweg inhoudelijk helemaal niks door dit soort zinnen als antwoord te blijven geven als reactie op kamervragen. Ik schreef daarom ook eerder dit jaar dit stukje over effectieve communicatie met mijn wensen voor het jaar 2023. Waarom hebben we toch zo’n zwak bestuur in Nederland? Politiek moet over visie en inhoud gaan, en niet over processen!

Recent hebben Irene van der Marel bij Ad Verbrugge ook een uur gesproken over Stikstof. Ondanks dat het laatste gedeelte een beetje rommelig was, ging het gesprek wel ergens over. Wij -twee ingenieurs- hebben consensus over de opinie dat Aerius en KDW snel uit de wet moet. We hebben ook consensus over het feit dat het eigenlijk over Ruimtelijke Ordening in ons volle landje moet gaat.

Waar we wel een klein verschil van menig over hebben, is de vraag of er nu een (groot) probleem is of niet. Ja er is vooral een gecreëerd juridisch probleem, daar is wel consensus over. Maar de vraag ging of er nu een probleem is met de natuur in Nederland of niet. Ikzelf gebruik vooral het voorzorgsprincipe “laten we de lucht, aarde en water zo min mogelijk vervuilen”. Irene betwist inhoudelijk dat er een probleem is met de natuur: alles is immers ‘gemaakt’ in Nederland (zie ook voorbeelden van van de Veluwe in deze twitterlijn, Vinkeveen en Oostvaardersplassen) en de kwaliteit is nog niet zo slecht.

We moeten dus op zoek naar een derde weg, en de politieke afweging hoort gemaakt te worden in Den Haag, maar wel op inhoud, met een toekomst visie en binnen de grenzen van Nederland.

Mobiele versie afsluiten