Site pictogram Food4Innovations (NL) – ir. Wouter de Heij

Over het juiste Corona-model 1/3 : Intuïtieve wetenschap en dus eerst rationeel denken (met kennis) i.p.v. zoeken bij het licht terwijl de oplossing in het donkere bos ligt.

Ik ben pas op dertig minuten van de Zomergasten uitzending van gisteren. Maar wat is dit genieten deze uitzending! (zie ook trouw.nl). Jaap Goudsmit (epidemioloog, aids onderzoeker en wetenschapper in het bedrijfsleven) heeft het over intuïtieve wetenschap. Later kom ik erop terug, maar uiteraard heeft dit ook te maken met Corona. Goudsmit benoemt dat er een categorie super-wetenschappers is, die a) erg vooroploopt, b) intuïtief met creatieve ideeën kan komen. Tien jaar geleden schreef ik over dit onderwerp voor het eerste in “De toekomst van Universiteiten” nadat ik van Jan Wouter Vasbinder een niet eerder gepubliceerd manuscript kreeg geschreven door hem in 1994 met de titel “Publiek gefinancierde universiteiten, studenten en onderzoek”. Een stukje uit dat manuscript:

Er zijn, ons inziens, twee groepen mensen die zich kwalificeren voor de beslissing welk onderzoek moet worden gedaan aan publiek gefinancierde universiteiten. De eerste groep wordt gevormd door die uitzonderlijke geleerden die, gedreven door intuïtie en lef, patronen durven herkennen waar daarvoor slechts chaos was. Zulke vòrsers weten waar doorbraken zijn te verwachten en wat er voor nodig is om die doorbraken te bereiken. En als zij het niet weten, dan weet niemand dat, geen verzameld corps van ambtenaren en geen adviesraden.

De tweede groep bestaat uit ‘prospectors’ of gidsen. Dat zijn mensen die met beide benen in de praktijk staan én weten waar de grenzen van de kennis liggen. Zij wéten waar die grenzen moeten worden opgerekt en kunnen gebieden afbakenen, waarbinnen nieuwe kennis moet worden gezocht die nodig is om de maatschappelijke problemen, die op ons af komen, aan te kunnen. Binnen die gebieden wordt de nieuwsgierigheid van de onderzoeker gericht vanuit die problemen.

De eerste groep intuïtieve wetenschappers (de Vorsers) zijn meestal rood-geel vanuit hun persoonlijkheid kenmerken, terwijl de twee groep eerder blauw-groen is. Voor deze tweede groep wetenschappers is ‘weten wat we weten’ van belang, maar ze zullen niet snel een flinke disruptieve stap voorbij die grens zetten. Waarschijnlijk door een angst fouten te maken waardoor hun goede naam en faam wordt aangetast, en/of gebrek aan creativiteit.

Mijn ervaring is dat ‘door natuurlijke selectie’, althans dat is mijn simpele hypothese, onze instituten zoals RIVM, WUR, TNO etc vooral bevolkt worden door de tweede groep mensen. Er ontstaat een monocultuur in denken en type persoonlijkheid als je niet oppast. Dit is voor mijn ook de verklaring voor het feit dat RIVM zo koppig vast blijft houden aan het mantra ‘handen wassen en 1,5 meter’. De interne cultuur -beter gezegd het DNA van het personeel- is a) niet gericht op de nieuwe virussen cq onbekende problemen, b) niet gericht op het denken buiten de bestaande kaders (daar heb je immers de Vorsers voor nodig). Als je het zo bekijkt dan is het ook niet netjes van me om het OMT, RIVM en Den Haag rode en gele kaarten te geven (en 1 gele kaart heb ik inmiddels ingetrokken).

Waarom deze lange intro? Geloof ik niet in de expertise van experts? Neen hoor dat is het niet, alleen ik luister en geloof ook graag naar andere experts (mits een fatsoenlijke opleiding en dus een goede basis-kennis hebben). Dit zijn vaak experts die buiten de formele instanties werken (zoals Jaap Goudsmit bij Crucell werkt).

Mijn eigen professionele netwerk is zeer goed opgeleid en tevens leergierig, dus erg ‘slim’ en deel-gierig, denk ik. Ik heb daarom vanaf begin april ook goed geluisterd naar Maurice de Hond, al moet ik bekennen dat ik dat pas einde april ook durfde op te schrijven. Ik ben een aanhanger (fan?) geworden van zijn “rationaliteit” in het Corona dossier. Ik denk dat Maurice rationeel intuïtiever is dan Van Dissel (RIVM). Maar ik beken ik heb een natuurlijk empathie voor de outsiders. Dit weekend schreef ik:

Ik hou van de innovatoren, de kunstenaars, de scherpe analisten. Ik hou van de diversiteit. Ik heb een zwak voor de scherpte van Tinkebell en kan ook die Zwagerman wel waarderen. Ik hou niet van voetbal, maar snap waarom Johan Derksen en René van de Gijp zoveel fans hebben. Het gesprek en debat stopt als je geen ‘unieke’ of ‘bijzondere’ meningen mag hebben.

Ik ga eerst enkele zwart-wit tegenstellingen poneren; Maurice vs Jaap:

Maurice de Hond.
– Superspread events zijn oorzaak exponentieel groei Corona in maart.
– Het gros van de besmettingen verloopt via aerosolen.
– Focus op ventilatie (verse lucht van buiten naar binnen).
– Mondkapjes kunnen van toegevoegde waarde zijn.
– Buiten besmettingen komen zelfden voor.
– Wetenschappelijke rationaliteit deel je met je omgeving.
– Interactie met de omgeving is nodig om ‘samen’ verder te leren.
– In de zomer is het veilig, een tweede golf komt bij start griep-seizoen.

Jaap van Dissel
– Een besmet persoon besmet een ander persoon (dus vooral 1:1).
– Afstand houden is van cruciaal belang (1,5 meter), voorkom druppelcontact tussen twee mensen.
– Mondkapjes werken niet (behalve medische in het ziekenhuis)
– Je kan overal besmet worden via besmette druppels.
– “Ik en mijn collega’s moeten zich veilig voelen, we adviseren het kabinet, en eventuele wetenschappelijk discussie blijft intern”.
– Ook deze zomer moeten we oppassen. Dus afstand houden is de basisregel.

Waarom deze bewuste tegenstelling zo nu opschrijven? Mijn antwoord: “Aan de vooravond van een nog grotere economische en sociale crisis (ik verwacht dat, werkloosheid gaat ook in Nederland richting 7-10%), is het van belang om te ‘snappen’ hoe we besmet worden, want zonder dat snappen kunnen we geen goed beleid formuleren. En zonder goed beleid gaan we een nog grotere crisis creëren.” Daarom!

Je zou kunnen zeggen dat we eerst een soort van “model” moeten maken over de basis vragen als i) wat is het virus, ii) hoe gevaarlijk is het, iii) en voor wie, iv) hoe voorkomen we de verdere verspreiding, v) hoe genezen we patienten, etc etc. Zo’n model kunnen we daarna gebruiken om te toetsen of de fenomenen die we in de praktijk zien overeen komen met het gemaakte ‘model’. De hypothese van het probleem en de oorzaak van het probleem, EN het gemaakte model dienen in overeenstemming met elkaar gebracht te zijn. En dus is OF het model van Jaap correct OF het model van Maurice (of een combinatie van hen, ik kom erop terug).

Omdat er zo weinig bekend is (was), moesten we dus terugvallen op onze rationaliteit, een holistische blik hebben, en durven bijsturen mocht ons model niet kloppen. Het inhoudelijke debat opzoeken en argumenten uitwisselen dus. Op kantoor heb ik het wel eens over het horloge dat zoek is geraakt. Het heeft geen zin om onder de lantaarnpaal te zoeken omdat daar toevallig het licht schijnt, zeker terwijl je eigenlijk weet dat je je horloge bent verloren ergens in het donkere bos. Maar wel altijd ” hard op de feiten en zacht op de persoon?”

Ik ga nu eerst de Zomergasten aflevering afkijken, en daarna volgt deel twee. Ik ga daarin proberen het ‘model’ in mijn hoofd nog eens op papier te zetten. Zo rationeel mogelijk. Daarna kom ik met beleidsvoorstellen voor Corona (althans tegen Corona) en dat wordt dan een derde blogje.

Mobiele versie afsluiten