Ned Hermann, personeelsbeleid, creativiteit en innovatie

De lijn op foodlog over het interview met Jan Peter van Doorn bevat veel interessante invalshoeken (“een goed product heeft geen marketing nodig”). Niet geheel ontoevallig gaat zo’n discussie dan ook over het verschil tussen management en leiderschap. Dat leek me een mooi moment om te wijzen naar “geen motivatie zonder inspiratie” en vooral het onderstaande youtube filmpje.

De logische vraag daarom van Pieternel van Velden aan mij was:

@Wouter, is het wellicht een gebrek aan creativiteit? Hebben managers geleerd creatief te denken of trends te snuffelen?

En dat is nu eigenlijk een beetje een open deur om wat meer te vertellen over cultuur en personeelsbeleid. Ik gebruik daarbij ook het model van Ned Hemann Brain Dominance (NHBD) dat ik ook in mijn trainingen “Projectmanagement van Innovatietrajecten” graag laat zien. Mijn reactie op de vraag van Pieternel van Velden was (de lijn op foodlog is vanaf hier te lezen):



Ja, Gebrek aan innovatief vermogen heeft inderdaad te maken met ‘gebrek aan creativiteit’, ‘gebrek aan kunnen fantaseren’ en vooral de ‘angst van de verandering’ kortom de ‘onzekerheid van het onbekend’. Nu heb je per definitie niets aan een ‘monocultuur’, kortom 100% managers of juist 100% vrij denkers in een organisatie zijn beide fout. De kunst is om 20% inspiratie en creativiteit op een effectieve manier in een doe-stemming (80% van het (zweet)werk) te zetten. Kortom je hebt een divers team nodig met verschillende rollen, maar vooral verschillende type mensen.

Wat je bij veel organisaties ziet, is dat mensen geselecteerd worden die ‘passen’ binnen de huidige cultuur, het resultaat is vaak dat je ‘gelijk’ gestemden aanneemt (met de eerder genoemde monocultuur als resultaat). Teambuilding en vorming van hetrogene teams, is een cruciale vaardigheid voor elke moderen organisatie heden ten dagen. Zelf geef ik bijna 8 jaar 5x per jaar training in Projectmanagement rondom Innovatie. Dit soort inzichten zijn een essentieel onderdeel (en daarmee een belangrijk onderdeel van innovatiemanagement). Hoeveel tijd heb je 🙂 ? 

Juist in wat klassiekere sectoren -en de tuinbouw is daar een goed voorbeeld van- zijn dit soort inzichten totaal onbekend, waardoor men als ‘lemmings’ samen de afgrond inloopt. Zelfs zelfbenoemde marketeers uit het westland (ik noem ze grafisch vormgevers die leuk logo’s kunnen maken), hebben zelden oog voor innovatie en positionering. En outsiders zoals Jan Peter (maar ook Willem&Drees;) worden als ‘niet van ons’ en dus als bedreigend ervaren. Vandaar mijn opmerking dat het een cultuur-issue is

(een volgende keer een stukje over: “we doen lekker alles zelf, want dat is lekker goedkoop” en “mijn vak is het moeilijkst.belangrijkst, die van jouw leer ik op vrijdagmiddag ff bij”, en alle effecten die dat type ‘denken’ met zich meebrengt). 



Aanvulling 5 december 2010
Zonet een mooie quote van Dick op Foodlog:

Hoe krijg je romantische alfa’s, mensengedrag-kennende gamma’s en materie-deskundige beta’s toch eens samen aan het denken over de toekomst? De kloof tussen die drie schijnt nogal diep.

Mijn antwoord:

Goede vraag. Volgens mij begint het met respect voor elkaars discipline. Geen van deze disciplines is “het” belangrijkste. Ten tweede begint het met de erkenning van het feit dat mensen ‘verschillende denkvoorkeuren’ hebben. Lees dit stukje maar eens.

Zoals je ziet is er nog een vierde categorie: de procedure volger; voor wie het proces belangrijker is dan het gevoel en/of de inhoud. 🙂 Professionele organisaties gebruiken dit soort inzichten om goede teams te maken.