Wouter de Heij wordt een klagende ondernemer denkt hijzelf. Terecht of onterecht? That’s the question. 

Ik zit in het vliegtuig naar Cairo, Egypte. Zojuist heb ik het Financieel Dagblad op mijn iPad gedownload en gelezen. Twee artikelen vielen me gelijk op. De twee onderwerpen zijn open het eerste gezicht totaal verschillend, maar mijn hersenen laten het niet toe om het zo te zien. Neen, ik koppel beide stukken (zie hieronder) direct aan elkaar. Terwijl ik dat doe, realiseer ik me dat ik een zure oude klagende ondernemer begin te worden. De vraag die ik mezelf nu stel: is dat terecht of onterecht?

Laat ik eerst maar een toelichting geven. Te beginnen met mijn zorgen over het innovatiebeleid. Dat beleid is voor de toekomst van ons land zeer belangrijk. Als het goed is lokt innovatie immers nieuwe bedrijvigheid uit, en deze nieuwe bedrijvigheid zorgt voor (extra) werkgelegenheid op langere termijn. Althans, dat is wat mij betreft het werkelijke doel van goed innovatiebeleid. Ik schijf en debatteer al bijna 20 jaar over dit onderwerp en in mijn eigenwijsheid denk ik dat ik over dit onderwerp inmiddels een beetje kennis heb vergaard. Het huidige innovatiebeleid moet in Nederland echter heel snel op de schop want de wijze waarop met topsectoren wordt omgegaan lokt nu absoluut geen nieuwe bedrijvigheid op. In de praktijk betekent het vooral de oude kennisinfrastructuur in stand willen houden of zelfs nog erger, vooral de winst van deze (semi)overheidsinstellingen te co-financieren.

Echter innovatie gaat over ideeën, prototypes, eerste klanten en groei. Een fundamenteel wetenschap analyse volgt achteraf wel. De gedwongen winkelnering door inzet van ‘uurtjes’ WUR of TNO, heeft in tien jaar tijd tot praktische nul nieuwe innovatie geleid. Recent sprak ik met een hoge manager binnen de WUR en zelfs hij stelde mij als outsider de vraag: “kan je me innovatie voorbeelden geven van mijn organisatie in de laatste vijf jaar?” Het werd stil.

Ondertussen hebben innoverende MKB bedrijven -ook in de huidige economische hoogconjunctuur het steeds moeilijker. Zelf subsidies aanvragen in slimme consortia (denk aan het vroegere FND programma) is vrijwel niet meer mogelijk. Zo is er een totaal gebrek aan inlevingsvermogen op provinciaal niveau over de realiteit van het runnen van een MKB bedrijf.  Denk je nu echt dat een MKB bedrijf tonnen gaat/kan voorfinancieren en dan een jaar of langer kan wachten voordat een provincie geld uitbetaald? Natuurlijk niet. En waarom zou een MKB bedrijf onder het mom van samenwerking een absurd dagtarief van 800-1000 euro betalen aan een willekeurige overheidsorganisatie? Vaak ook nog door zelf eerst kennis te komen brengen. Waarom moeten we meer betalen dan de kostprijs per uur bij onze overheid? De kostprijs zit op ongeveer 65 euro per uur voor een gemiddelde onderzoeker.

IMG_1623

Ik hoor het jullie al zeggen, er zijn nu toch investeringsfondsen? Tja, in Nederland hebben we enkele nieuwe fondsen die door voor 50% mede-gefinancierd worden door onze overheid. Ik weet van tenminste een van die nieuwe innovatiefondsen in mijn domein dat er op dit moment vrijwel nul euro aan middelen is weggezet bij innovatieve starters. Voor de fondsmanagers maakt dat natuurlijk niet uit. Die krijgen hun management-fee’s en carry-forward heus wel. Het zijn net curatoren die een failliet bedrijf besturen; eerst wordt hun begeleiding betaald en dan zien wat er overblijft. “Je gaat het pas zien als je het doorhebt” zei Johan Cruijf lang geleden. Nu, ik begin het een beetje te ‘zien’. En nee, werkelijke private investeerders en fondsen doen dat beter (nemen dus meer risico), maar lopen wel in eerste instantie om de starters heen.

Deze week hebben we met tientallen bedrijven ook weer een mooi staaltje arrogantie meegemaakt van een kennisinstelling. Niks samen optrekken. En vooral een minister en haar top-ambtenaren afschermen. ikke ikke ikke straalt het uit. Respectloos. Natuurlijk ik ben daar extreem gevoelig voor. Misschien zelfs te gevoelig; dat wil ik wel toegeven. Maar ik kan je verzekeren dat alle bedrijven die meegegaan zijn dit ook gevoeld hebben. Ik ben zo blij dat we een oud-ambassadeur bij ons hadden, die in zijn praatje bij de huidige ambassadeur subtiel maar helder zijn zorg over dit punt met het publiek deelde.

Op mijn eigen kantoor in Wageningen probeer ik altijd te zoeken naar een rationele verklaring te geven voor waarom het lijkt te zijn zoals het is: departementen zijn gewoon mono-culturen in denken geworden. Procedures en afspraken nakomen heeft prioriteit, zonder inhoud of visie, dat is een stuk van de verklaring. Maar waar blijft dan onze faciliterende overheid en haar diensten die vooral op de achtergrond het bedrijfsleven ondersteunt in het creëren van lange termijn werkgelegenheid?

Maar weten hoe het zo gekomen is, betekent niet dat we hoeven te accepteren dat het ook ‘goed’ is.  Lees daarom het artikel uit het Financieel Dagblad waar ik mijn verhaal mee begon. Ik ben gelukkig niet de enige die zeer kritisch is. We moeten snel naar een veel moderne (innovatie)beleid toe. Voor de toekomst van ons allemaal!

Lees na dat eerste artikel ook het tweede stuk. Die gaat over de administratieve lasten. Ik kan uit ervaring verzekeren, dat deze in tien jaar tijd extreem toegenomen zijn. (En dus absoluut niet afgenomen wat vaak als doel wordt gesteld)

In Den Haag leerde ik lang geleden de term ‘high trust’. Maar die bestaat niet meer en de provincies hebben deze werkwijze nooit gehad. En die nieuwe AVR? Ergens een beetje nodig natuurlijk, maar als (MKB) bedrijf hebben we nu eenmaal een klantenlijst, een nieuwsbrief en een personeelsbestand. Natuurlijk sturen we geen spam, dat is gewoon niet netjes. En het is ook logisch dat al onze personeelsbestanden achter slot en grendel staan. Daar gaat het niet om, maar de administratieve lasten in de breedte blijven gewoon stijgen. Via de AVR mag je vrijwel niks meer; en neem ik als bestuurder wél nog meer risico op mijn nek.

Beide stukken gaan dus over vestigingsklimaat in Nederland. Ze gaan over de randvoorwaarden van ondernemerschap en of ondernemerschap ook op lange termijn nog zinvol, leuk en interessant is.   Samenwerkingen gaan in de praktijk altijd over het creëren van win-wins. Gaan ook over respect voor elkaar, en toenadering zoeken. Daar hoort nooit een rupsje-nooitgenoeg-houding bij.

Het bedrijfsleven wil best met kennisinstellingen gaan samenwerken en een fair gedeelte van de kostprijs betalen. Maar vraagt daar dan ook iets voor terug. Inhoudelijke kwaliteit van werk en vaak ook IP. Het is immers de primaire taak van het bedrijfsleven om kennis en IP tot waarde te brengen. Dat kan alleen binnen het eigen bedrijf of via een start-up of joint ventures constructie. Kennisinstellingen zijn er nadrukkelijk nooit voor verwaardig van IP, maar deze gedachte lijkt er nu wel ingeslopen te zijn. Ook mag een kennisinstelling nooit diensten aanbieden die in concurreren met het private bedrijfsleven. Heeft het ministerie dit niet door? Ik wil hoe dan ook graag weer verwijzen naar het rapport van van Cie Cohen uit 1998 met de titel Markt en Overheid.  Lees dat rapport nog maar eens goed door.

IMG_1624

Is alles dan zo slecht in Nederland? Neen, natuurlijk niet. Ons belastingsysteem zit prima in elkaar. Het is gemakkelijk om een bedrijf op te zetten. Corruptie is (vrijwel) niet aanwezig. Onze handelsgeest, talenkennis en openheid om snel partnerships aan te gaan, dat is echt geweldig aan Nederland (en tussen Nederlanders). Ook is het opleidingssysteem in Nederland super. Niks te klagen. Ook ons gezondheidszorg zit goed in elkaar en we hebben een sociaal vangnet (nog steeds gelukkig!!). Heel veel systemen en processen zijn echt goed in Nederland. Daar moeten we dus trots op zijn. We hebben wat deze voorbeelden betreft een fantastisch ecosysteem.  Allemaal geweldig!

Maar rondom innovatiebeleid gaat het gewoon niet goed. Het topsector beleid werkt niet; daar moeten we mee stoppen. Het DNA van kennisinstellingen is gewoon niet (meer) wat het zou moeten zijn.  Het begrip en de collaboratie tussen welwillende innoverende ondernemers en (landelijke) overheden moet omhoog. Minder formeel, en procedureel, meer persoonlijk, flexibel en vooral resultaat gericht.

Kortom, iedereen moet beter zijn rol gaan oppakken, en niet op de stoel van de ander gaan zitten.

High-tech ondernemerschap is in essentie heel boeiend kan ik jullie verzekeren.  Jong talent inspireren is ook geweldig en geeft een grote mate van voldoening. Iets ‘echts’ creëren of realiseren blijft fascinerend. Maar de te nemen risico’s en negativiteit in mijn omgeving maken het dat ik steeds minder energie krijg.

Zeur ik terecht of onterecht? That’s the question.

 

BewarenBewaren

Geef een reactie