Be Humble – Dick Veerman (@ Community of Talents 30-9-09)

Alleen al vanwege de titel “Be Humble” verdient dit filmpje om apart geplaatst te worden. Op dezelfde dag dat Harold vertelde over her-uitvinden, gaf Dick Veerman (www.foodlog.nl) ook een korte speech. Zijn mooiste uitspraak: “ik lees geen marketingboeken meer”. Volgens mij bedoelt Dick hiermee hetzelfde als Harold. Het opstellen van nieuwe grote theorieën heeft geen zin, de kans dat ze al eerder beschreven zijn is groot. Kortom, 30 september was een mooie dag!

http://vimeo.com/moogaloop.swf?clip_id=7379237&server=vimeo.com&show_title=1&show_byline=1&show_portrait=0&color=&fullscreen=1

CoT 30-09-09 Dick Veerman “Be Humble” from FunnelVision on Vimeo.

Terwijl ik dit stukje schrijf komt er een tweet binnen van Stephan. In de Volkskrant van dit weekend stond weer eens een argumentenkaart (ik noem dat overigens gewoon een mindmap). Dit keer over de voor en nadelen van polarisatie. Bert zegt altijd “samenwerken kan pas goed als je eerst uit elkaar beweegt”, kortom als je eerst polariseert. Polariseren kan al snel tot geschreeuw leiden. Schreeuwen en ‘Be Humble’ lijken niet echt bij elkaar te passen. Of toch wel? Zou je op een nederige manier toch kunnen polariseren om je punt te maken?

Niets nieuws onder de horizon, allemaal her-uitvindingen

Ik ben niet snel onder de indruk. Maar vanaf mijn eerste (virtuele) ontmoeting een jaar geleden met Harold van Garderen (OCE) was ik onder de indruk van het kennisniveau van Harold. Ik ken niemand die zoveel weet over Innovatie (management) als Harold. Daar kan geen NL-professor tegenop. Eind september bij tweede CoT bijeenkomst gaf Harold een 5 min Rapid Fire lezing. Zijn stelling: Alles is al een keer uitgevonden, we zijn dus aan het heruitvinden. Enkele verwijzingen van Harold uit zijn korte lezing: “Innoveren is oude koek (Schumpeter)”, “Kauffman schreef al over complexiteit, At home in the universe is een aanrader – Darwin heeft ongelijk (kijk ook naar de lezing van Bert Tournois)”, “Stafford BeerCybernetica (stuurmanskunst in organisaties 1950)”

http://vimeo.com/moogaloop.swf?clip_id=7046364&server=vimeo.com&show_title=1&show_byline=1&show_portrait=0&color=00ADEF&fullscreen=1

CoT 30-09-09 Rapid Fire: Harold van Garderen from FunnelVision on Vimeo.

Uiteraard heeft Stephan Verveen (FunnelVision) weer voor het visuele materiaal gezorgd. De rest van de (interessante) rapid fire speeches staan overigens hier:
– Jean Paul Close (link1)
– Paul Bessems (link2)
– Stad van Morgen (link3)
– en op de (CoT site)

Aanvulling 2-11-2009
Ook de speech van Dick Veerman is geplaatst. Be Humble heeft een aparte artikel hier op F4I gekregen.

Industrieele Groote Club – intrinsieke en extrinsieke kwaliteit

Van de week was ik op uitnodiging bij de Creative Tafel van Industrieele Groote Club in Amsterdam. Op uitnodiging van Hans Kliphuis vertelden Ardo de Graaf en Stephan Verveen over de ontwikkelingen bij Community of Talents (waarvan ik ambassadeur ben). Vervolgens heeft prof. dr. ir. Han Gerrits zijn beschouwingen gegeven op de organisatie van innovatieprocessen. De reacties vanuit de zaal op deze lezing waren ook interessant. Na het prima diner, moest elke tafel nog een nabeschouwing geven. Stephan kon het niet laten om deze uitspraken op film te zetten. Je raadt het al, Wouter staat op deze film (vanaf 5.58 min).

http://vimeo.com/moogaloop.swf?clip_id=7345453&server=vimeo.com&show_title=1&show_byline=1&show_portrait=0&color=&fullscreen=1

Conclusies IGC – Creative Tafel te 27-10-2009 (Community of Talents/ from FunnelVision on Vimeo.

Onze conclusies aan tafel waren:
(1) waarom moet innoveren? Ach, dat antwoord heeft Charles Darwin ons 150 jaar geleden al uitgelegd. Bert heeft in juli over dit onderwerp een lezing gegeven, de slides zijn hier te vinden.
(2) De bankencrises is onder andere ontstaan omdat er ’teveel’ beleving (=nep) in producten is gestopt. Als de intrinsieke productkwaliteit (de werkelijke kwaliteit, smaak e.d.) teveel gaat afwijken van de extrinsieke kwaliteit (de beleving, het gevoel, de uitstraling, de verpakking) ontstaat er teveel lucht. Op termijn pikken consumenten dit niet meer.

Een belangrijke trand gaat worden : het verschil tussen intrinsiek en extrinsiek gaat kleiner worden. Consumenten willen echt en authentiek, en gaan zich snel(ler) tegen ‘nep’ keren.

Korte aanvulling @11:32:
Op Foodlog ging en gaat de discussie plotseling ook over dit onderwerp. Lees de lijnen maar door. Hierbij alvast een wat we later een memorabele uitspraak gaan noemen van Jan Peter van Doorn:

Dick Veerman
….
In een nevendraad stelt Jan Peter van Doorn (goed thuis in wat marketingcommunicatie is, hij was een van de topbeoefenaren van het vak in Nederland) de vraag waar de consument is in de Rode Hoed lezingen. Citaat van Jan Peter: “we misleiden hem met onzinnige claims, beloftes en beelden (van landelijke boerderijen) onder het motto ?de consument wil nu eenmaal bedrogen worden? of liever gezegd hij heeft er behoefte aan .. Kortom we jatten zijn emoties, maken daar toegevoegde waarde van, laten hem er dik voor betalen en geven er weinig voor terug.”
….

De uitspraken van Marc Jansen (CBL) van een paar weken geleden over de ‘verplichting op land van herkomst op het etiket te zetten’ mag in deze discussie ook worden meegenomen. Zie hier het persbericht en de discussie die erover ontstond op foodlog.

Korte aanvulling @12:35:
Weer een reactie weggeplukt van foodlog. Wat mij betreft is dit de meest essentiële vraag: “Waar ligt de grens en wie bepaald deze grens?”

Jan Peter van Doorn
Ik word hier ergens boven door Dick genoemd in het kader van het neppen van de consument. Dat brengt mij op de volgende reactie. Wat is nep? In onze strijd om beter, bijzonderder, onderscheidener, mooier en succesvoller te zijn (geldt zowel voor personen als voor bedrijven) gebruiken we dingen die we eigenlijk niet in huis hebben. Die we als het ware toevoegen aan wat er feitelijk is. Soms is die toevoeging geloofwaardig (heeft deze een bepaalde relevantie, is ie enigszins tastbaar en niet volledig over de top), soms is het klinkklare onzin. De ene toevoeging heeft nog wel iets constructiefs, de andere maakt gebruik van angst en zwaktes en is dus destructief. De scheidslijn is lastig en zelfs de rechtspaak of de reclamecodecommissie heeft het er moeilijk mee.

Ik wil liever ‘genept’ worden door puur en eerlijk van Albert Heijn dan door de ring van zelfvertrouwen van Prodent. Ik denk dat overconcentratie op wat is nep, hoe rechtvaardig ook, voorbij gaat aan de zaak: de consument onderscheidend vermogen bij brengen over voedsel en eten. Je moet nu eenmaal leren om te weten. Dat is ook steeds het deeltje in de discussie dat ik mis. Je ziet hoe makkelijk dat gaat met flessenwater (er zijn al zelfs consumentenactiegroepen gevormd). Natuurlijk zit daar voor de consument een enorm financieel voordeel aan. Maar so what. Het is een beetje een strijd tegen de gewenning. Bewust maken helpt. Taak voor overheid, media, consumentengroeperingen. En de supply chain volgt dan wel als er marketingvoordeel te behalen valt. Kortom: niet zo tegen nep, maar voor ok.

Ontvlechten is het recept voor de komende jaren

Waar we ook kijken er wordt samengewerkt, prima toch? Of toch niet. Samenwerking kan ook zorgen voor een vertroebeling. Een heel intieme samenwerking kan leiden tot een fusie. Na een dergelijke fusie is de zg hybride organisatie ontstaan (wikipedia) (zie rapport Cie Cohen over deze materia uit 1997).

Als NGO’s en AH gaan samenwerken in Puur & Eerlijk (zie de foodlog discussie op: vandaag is het feest), dan klinkt dat mooi maar ik voorspel dat deze NGO’s het onderspit gaan delven doordat ze op termijn niet meer zichtbaar zijn. Consumenten – ikzelf in ieder geval wel- wantrouwen dit soort initiatieven. Hiermee zijn ze in mijn ogen niet duurzaam.

Een tweede voorbeeld van een (historische) samenwerking is die tussen WUR en het ministerie van LNV. Ik heb over dit onderwerp al veel geschreven en gedisucieerd. De Universiteit is zo afhankelijk van het ministerie dan je je kan afvragen of de ‘adviezen van WUR/WU/DLO’ wel afhankelijk zijn. Natuurlijk blijf je dan 25 jaar in het zelfde kringetje zitten. Joost Reus heeft de moed om daar wat woorden aan te besteden op zijn blog geplaatst. (en de discussie is ook weer opgepakt op foodlog: al 25 jaar geen stap verder)

Het type samenwerking dat we zien in de wetenschap – de zg publiek private samenwerking – heeft ook zijn langste tijd gehad. Ook over dit onderwerp heb ik al veel geschreven. Niet alleen op dit blog, maar ook binnen Innovatie 2.0 – Community of Talents. Enkele citaten vanaf dat betreffende (besloten) forum vanuit de discussielijn Kan de CoT wegbereider zijn?:

Jan Wouter Vasbinder:
Echter je moet wel een beeld hebben hoe die ontvlochten wereld er dan uit ziet, met antwoorden op vragen als: hoe komt de agendering van wetenschappelijk onderzoek tot stand, hoe ziet de brug naar de maatschappelijke relevantie er uit, etc?. Daarvan zijn vele (vooral in de VS) beproefde voorbeelden. Belangrijk is dat die de realiteit van de verdeling van talent, genialiteit en motieven als startpunt hebben. Een voorbeeld is het volgende: Er is een kleine groep wetenschappers die de kwaliteit hebben om, gedreven door intuïtie, de grenzen van de kennis te vinden en te verleggen. Die wetenschappers (die in Nederland in de categorie Spinoza prijswinnaars zitten), krijgen de ruimte om onderzoek te doen dat zij nodig achten en daarbij het talent te mobiliseren dat zij als zodanig herkennen.

Er is een veel grotere groep wetenschappers die voortreffelijk onderzoek kunnen doen, maar juist dat sprankje genialiteit (intuïtie) missen om tot echte doorbraken te komen. Die groep moet zijn richting krijgen van de eerste en projecten voorstellen die passen binnen die richting. Deze projecten wordt beoordeeld op wetenschappelijke merites. De keuze tussen de projecten die hoog scoren wordt gemaakt door derden die belang kunnen hebben bij de uitvoering ervan, industrie of andere partijen. Deze door derden gemaakte keuze wordt uitgevoerd, en kan ten dele worden gefinancierd door deze belanghebbenden. Het resultaat is dat wetenschappers onderzoek doen dat ze zelf hebben voorgesteld en dat door externe partijen als relevant wordt aangemerkt. Het resultaat is ook dat wetenschap en industrie (als pars pro toto voor alle derde partijen) zijn ontvlecht in de zin dat de wetenschap als enige de richting aangeeft en over de wetenschappelijke kwaliteit beslist en de industrie als enige over de relevantie voor samenleving en innovatie. In de VS werkt dit model al dertig jaar.

Het draaiboek om het in Nederland in te voeren ligt al jaren bij EZ en OCenW. Het model sluit aan bij bevindingen van bijvoorbeeld Rogers Hollingsworth die heeft aangetoond dat werkelijke vooruitgang in de wetenschap plaatsvindt in kleine onafhankelijke instituten. Dit model biedt ook plaats voor studenten. Die moeten, onder leiding van wetenschappers van de eerste twee groepen, methodes leren om orde te scheppen in de chaos van het onbekende. De echt talentvolle (daarin) kunnen wetenschapper worden, de minder talentvolle moeten hun opleiding buiten de universiteiten inzetten.

Universiteiten moeten eigenaar zijn van de kennis die binnen hun laboratoria is ontwikkeld (o.a. om te waarborgen dat die kennis in het publieke domein blijft), maar zelf geen kennis exploiteren. Ze kunnen (met echte professionals) een patentenportfolio opbouwen en exploitatierechten verlenen aan derden. Met een beeld van een ontvlochten wereld kun je een pad bedenken om daar te komen. Dat pad ligt bezaaid met valkuilen en belangen. Om die te ontlopen of te gebruiken zijn talenten nodig die mogelijk te mobiliseren zijn vanuit de CoT.

Wouter de Heij:
Bedankt voor je overzicht. Je bevestigt mijn ‘gevoel’ (okay een beetje ervaring heb ik inmiddels ook wel) rondom de ontvlechting. Ook geef je aan dat het draaiboek al bij EZ en OCenW klaar ligt. Mooi, dan hoeven we alleen maar een kopietje van dat draaiboek te bemachtigen. Ik deel je mening rondom universiteiten. Dus ook jij vind dat Universiteiten niet zelf kennis horen te exploiteren. Helemaal mee eens. Wel heb ik een ander suggestie. SenterNovem (mag ook een ander centrale overheidsklub zijn 🙂 ) die gaat voortaan eigenaar worden van alle octrooien die aan Universiteiten worden gegenereerd. SenterNovem gaat deze octrooien openbaar veilen aan derden. De universiteiten krijgen een bonus van bijvoorbeeld 35% op de opbrengst, de rest valt terug aan de staat, en wordt bij via innovatiesubsidies ter beschikking gesteld aan ondernemers. (soort van revolving fund). Dit systeem voorkomt een soort van vriendjes politiek (met name met multinationals).

Jan Wouter Vasbinder:
Als ik mijn sceptische of wantrouwende bril opzet deel ik je beeld van octrooien aan de universiteit. Maar ik heb het Amerikaanse beeld voor me en dat is heel anders. Een van de verschillen tussen de VS en Nederland is dat in de VS vertrouwen vanzelfsprekend is (ook al is vanzelfsprekendheid aangetast door Bush en zijn trawanten, maar Bush kon alleen president worden vanwege dat vertrouwen), terwijl het in Nederland zo langzamerhand een uitzondering is. En het recht dat ik me in de afgelopen decennia jaren heb toegeeigend is dat ik niet meebouw aan systemen die gebaseerd zijn op wantrouwen.

De Nederlandse overheid (wij dus) hebben in de afgelopen decennia het wantrouwen laten winnen, en onze moraal geijkt op dat wantrouwen. Zo heeft de Nederlandse overheid de Universiteiten tot prostitutie gedwongen en zijn de universiteiten er, aanvankelijk tegenstribbelend, van gaan genieten. Tegen dat licht gezien begrijp ik dat je zegt dat universiteiten octrooien aanvragen voor de cv’s van hun onderzoekers, etc. Maar zo zou het niet moeten zijn. Als de ontvlechting gelukt is, zal het ook niet meer zo zijn. Ik stel voor dat we daar eens rustig over praten.

Wouter de Heij:
Wij hebben inderdaad onze universiteiten gedwongen tot prostitutie. Bij ministeries kom ik veel trots tegen over het nederlandse innovatiesysteem, zelf ben ik verre van tevreden. Een goede innovatie ecosysteem (Nederland Innovatieland 3.0) is wat mij betreft een voorwaarde op ook op termijn in een welvarend land te kunnen blijven wonen. Ontvlechting – ik weet het het gaat weerstand opleveren – is pas stap 1. Stap 2 is om met een goed plan te komen daarom ben ik zo geinteresseerd in je masterplan. Je schrijft dat we een moraal op wantrouwen hebben. Ik onderschrijf dat.

Wij werken als bedrijf samen met universiteiten, kennisinstelling en andere bedrijven. met name bij kennisinstellingen weet ik niet welke ‘pet’ ze nu ophebben (a) toeleverancier, (b) samenwerkingspartner, (c) gericht op de business of alleen de kennisopbouw. Enfin, bij mij roept dat inderdaad ook wantrouwen op. Des te meer reden om tot een ontvlechting over te gaan. Ik zou graag weer terug gaan naar een scheiding der machten. Dit is de basis van onze maatschappij. Hierin is het helder waar welke organisatie voor staat en wat de functie van een dergelijke organisatie is.

Samenwerking is braaftaal, je kunt er eigenlijk niet op tegen zijn. Toch werkt een samenwerking alleen als elke samenwerkingspartner helder kan maken waar hij of zij voor staat en wat zijn eigen intrensieke waarden zijn (of de missie/vissie van de organisatie).

Ik heb de overtuiging dat je alleen goed kan samenwerken als je eerst uit elkaar beweegt zodat je eigen identiteit helder wordt. Hybride organisaties werken niet. Mijn advies is daarom : ontvlechting is het enige juiste recept in de nabije toekomst. Dit thema gaat de politieke agenda bepalen in de komende jaren denk en hoop ik!

Enkele voorbeelden van hybride organisaties en/of situaties:
– TNO is nog vlees nog vis. TNO heeft een boom aan private BV’s maar krijgt nog heel veel basisfinanciering van EZ. Daarnaast concurreert het op oneigenlijke gronden met private aanbieders. TNO moet daarom worden opgesplitst in een 100% overheids en in een 100% privaat gedeelte. Markt & Overheid en TNO en de kapper
– Idem voor Wageningen Universiteit en Research Centre (Wageningen-UR). WUR zou weer moeten worden opgesplitst in een Wageningen Universiteit gedeelte dat onder OCW zou kunnen gaan vallen en in een 100% privaat gedeelte (de huidige DLO instituten). Link1 en WUR zinkt
– Overheden gaan vanaf nu alles openbaar aanbesteden. Ook onderzoek en ontwikkeling. zie ook Nederland Innovatieland 3.0
– NGO’s blijven kritisch tegenover alle grote retailers. Volwaard wordt inmiddels al weer kapot gemaakt volgens sommigen (link1 & link2 & link3). Je schrijft erover in inmiddels is het al gebeurd. Volwaard ligt als Puur & Eerlijk bij AH. De volgende stap is ‘substitutie van de leverancier’. De marge-mix en het super geraffineerde spel.

Aanvulling om 17.43: ik heb zonet via de e-mail toestemming gekregen om de naam van “Persoon X” te noemen. Het gaat om Jan Wouter Vasbinder. Jan Wouter Vasbinder is een van de auteurs van het boek Innoveren – begrippen, praktijk, perspectieven. Wat mij betreft een van de betere Nederlandstalige boeken over Innovatie Management. Jan Wouter doet ook regelmatig mee met de discussie op Linkedin.

Aanvulling 26-10: dit alles heeft natuurlijk te maken met “scheiding der Machten” (wel een beetje ruim interpreteren 🙂 ). Het dillema voor de toekomst. Wie neemt welke rol in in de keten (link)? Gaan we verschuivingen krijgen? Ik denk het wel. Meer hierover tzt in een ander blog-item.